41. de haat

 HOOFDSTUK 2

Nadat Jozef gestorven was, zaten de Israëlieten nog steeds in Egypte. Jozef had charme en een bijzonder talent voor logistiek en boekhouding. Dat kon van zijn broers niet gezegd worden. Heel veel meer dan geiten en schapen mennen en zich voortplanten konden zij niet. Egyptenaren hebben het niet zo op veehouders, dat is bekend. Een overdaad aan veehouders zat ze zelfs dwars. 

Er kwam een nieuwe farao, die niks moest hebben dan die Israëlieten. 'Straks worden ze te talrijk!' riep hij uit. 'Stel dat ze zich bij onze vijanden aansluiten!' Deze farao besloot om de Israëlieten te knechten. Slavendrijvers dreven de nakomelingen van Israël bijeen en dwongen ze om stenen te maken uit klei. Ze moesten op het land werken. Ze werden mishandeld. Wat de farao niet wist, was dat de Israëlieten onderdrukt worden, ze juist talrijker worden. Het plan van de farao werkte niet. 

De farao liet twee Hebreeuwse vroedvrouwen, Sifra en Pua, bij zich komen. Hij zei: 'Als er een Hebreeuws kind geboren wordt, let dan voortaan op het geslacht van het kind. Als het een jongen is moet je het doden. De meisjes mogen blijven leven.' Dat zinde Sifra en Pua niet! Dat is in strijd met hun vroedvrouweneed. Ze deden niet was de farao gezegd had. 

Dat was de farao niet gewend! Hij liet ze nogmaals bij zich komen. 'Wat krijgen we nou?' vroeg hij, verontwaardigd. 'Weet u', zeiden Sifra en Pua, 'wij, de Hebreeuwse vrouwen, baren onze kinderen zo snel, dat de vroedvrouwen eigenlijk altijd te laat komen.' Zo kwam de farao weer iets nieuws te weten over de speciale manier waarop Israëlieten zich voortplanten. 

Tenslotte droeg de farao de Egyptenaren op om alle Hebreeuwse jongetjes in de Nijl te gooien. De meisjes mochten blijven leven. Echt veel verstand van de menselijke voortplanting had deze farao niet. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

24. de landbouwtechniek

13. de piemels

35. de ruil