11. de rijkdom
Abram had lekker verdiend aan het onderonsje van de Farao met zijn vrouw Sarai. Hij vertrok met zoveel vee en mensen weg uit Egypte, dat er te weinig land was om alle monden te voeden. Het leek Abram daarom beter om de karavaan te splitsen in twee groepen: de groep van zijn neef Lot en de groep van hemzelf. Hij keek met Lot uit over het land en vroeg hem om te kiezen: naar rechts of naar links? Links was het land dor, maar rechts, op weg naar de steden Sodom en Gomorra was het land vruchtbaar. Lot koos voor het vruchtbare land.
Abram vestigde zich in het eikenbosje van Hebron. Hij blaakte van zelfvertrouwen, omdat hij voelde dat Lot de verkeerde keus gemaakt had. In het vruchtbare land was iedereen oorlog aan het voeren, met opstanden, bondgenootschappen, onderwerpingen en vluchtelingen. Dertien jaar lang strijd. Wat een werk! Abram was blij dat hij in zijn eikenbosje zat. Bovendien was het slim, want in het eikenbosje zitten kost geen geld, maar oorlogvoeren wel.
Er kwamen wel eens vluchtelingen langs het eikenbosje. Zo vernam Abram dat zijn neef Lot gevangen was genomen door Kedorlaomer en de zijnen. Dat ging Abram toch te ver! Deze oorlog zou hij wel eens kunnen winnen, calculeerde hij. Hij verzamelde 318 behendige en bewapende mannen en achtervolgde Kedorlaomer helemaal tot Damascus. Hij heroverde alle oorlogsbuit en bovendien zijn neef Lot.
De achtergeblevenen van de vruchtbare land waren verrukt! Ze zeiden: 'hou de oorlogsbuit, maar geef ons onze mensen!' Daar wilde Abram niks van weten. Hij gaf, maar minus de onkosten die hij gemaakt had, de hele buit terug aan de slachtoffers. Hij zei:' Ik wil niet dat jullie kunnen zeggen dat je Abram rijk gemaakt hebt.' Terug in het eikenbosje prevelde hij: 'want ik ben het, die jullie rijk heeft gemaakt!' en dan glimlachte hij.
Reacties
Een reactie posten