13. de piemels

Nadat ze weggestuurd was, had Hagar weinig andere keus dan de woestijn in te lopen. De woestijn is uitgestrekt en warm en geen goede plek voor een zwangere vrouw. Bij de laatste waterbron kreeg Hagar er spijt van hoe ze Sarai had uitgedaagd. Ze begreep dat ze terug moest gaan en Sarai om vergeving smeken. Uitgeput en uitgedroogd kwam ze bij het eikenbosje. Tot haar opluchting was Sarai bereid om haar weer in haar huishouding op te nemen. Kort daarna beviel Hagar van een zoon, van wie Abram zei dat hij Ismaël moest heten. Hagar en Abram werden via Ismaël de stamouders van alle Arabieren.

Missie geslaagd, zou je zeggen, maar Abram was nog steeds ontevreden. De gedachte dat het zaad van de Farao na al die jaren misschien nog kon ontbotten in zijn vrouw Sarai, maakte hem op voorhand jaloers. Hij moest en zou een zoon verwekken bij Sarai. Hij bekeek zijn honderdjarige piemel, die dat werk moest doen. Hij zag ook wel dat dat problematisch kon zijn. 

Die nacht droomde hij van de professor in de natuurkunde, Robbert Dijkgraaf. Hij vroeg aan de professor of een overmaat aan obstakels voor een uitstroomopening bevloeiing bemoeilijkte. 'De bevloeiing waarvan?' vroeg de professor, maar dat wilde Abram toch liever niet op ingaan. 'In het algemeen denk ik dat uw hypothese juist is', sprak de gedroomde Dijkgraaf. 

Diezelfde ochtend nam hij zijn piemel ter hand en sneed de voorhuid eraf. Oei, dat deed wel pijn! Hij bedong dat alle mannen in zijn clan hetzelfde zouden doen. Hij was de patriarch. De vernedering dat hij een kinderloze patriarch zou zijn met een halve piemel vond hij onverdraaglijk. Besnijdenis werd een gewoonte bij alle nakomelingen van Abram. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

41. de haat

36. de verhuizing

24. de landbouwtechniek