29. de doden

Jakob was ongelukkig. Haar dochter was verkracht en haar zoons hadden als vergelding een hele stad uitgemoord. Een hele stad! Het leek Jakob nu beter om de benen te nemen. Wegtrekken wilde ze, maar ook boete doen. Nadat ze vertrokken waren kreeg Jakob een inzicht. 'Rachel', zei ze, 'Het is beter als je afstand doet van de relieken van je vader. Het voelt niet goed om die bij ons te houden.' Rachel gaf ze met tegenzin en Jakob begroef ze onder een boom. 

Nog verderop ontmoette Jakob een man die haar bekend voorkwam. Hij rook lekker en hij was zachtmoedig. Jakob schrok: dit was haar minnaar van de nacht bij de rivier! Haar hart en haar baarmoeder maakten een sprongetje. Weemoedig zag ze de man weer vertrekken. Jakob begreep dat deze liefde niet kon. Gelukkig voelde ze dat ze zijn vrucht in zich droeg. Niet lang daarna beviel Jakob van een zoon. Rachel zei: 'Ben-Oni, dat is een leuke naam!' 'Onzin', zei Jakob. 'We noemen hem Benjamin.' 

Rachel voelde wel aan dat Benjamin haar zoon niet was. Het leek wel alsof dit kind de vrucht was van een liefde die Jakob voor haar geheim hield. Jakob gedroeg zich merkwaardig. De naam Jakob was uit de gratie. Jakob wilde voortaan Israël genoemd worden. Kort daarop stierf Rachel. 

Jakob, Israël dus, was met haar hele meute aangekomen bij haar vader Izaak. De oude, blinde vader had het sterfbed dat hij vlak voor de foutieve zegening van Jakob had ingezet, opgerekt tot het moment dat hij zijn bedrieglijke zoon zou terugzien. Hij kon rusten in vrede. Jakob en Ezau begroeven hem in de grot bij Abraham en Sara. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

41. de haat

36. de verhuizing

24. de landbouwtechniek