6. de olijftak

Noach was gestrand op de berg Ararat met zijn ark, met zijn gezin en met alle dieren die hij aan boord gebracht had. Overal om hen heen was water. Ze waren al dik zeven maanden op het schip; je kunt je voorstellen dat het er behoorlijk begon te stinken. Noach opende het luik om een raaf los te laten. Hij had bedacht dat als de raaf niet zou terugkeren, hij blijkbaar ergens in de watervlakte een plek gevonden had om te zitten. De raaf kwam echter terug. Er was geen plek om te zitten, of anders miste hij de ark of zijn partner die daar was achtergebleven. Raven zijn erg trouw. 

Hmmm, dacht Noach. Ik kan voor deze taak beter een vogel nemen die minder trouw is. Die wegblijft, als er een fijn plekje is. Dan weten we eindelijk of de fijne plekjes er nog zijn! Hij koos de duif. Noach had niet bedacht dat een weggebleven duif ook een dode duif kon betekenen. 

Maar de duif kwam wel terug! In zijn snavel droeg hij een olijfblad. Terwijl ze met z'n allen in die stinkende ark gezeten hadden, was er dus ergens verderop al een droge plek waar een olijfboom was gaan groeien! Noach wachtte nog, tot hij met eigen ogen het opdrogen van de aarde kon zien. Daarna opende hij zijn ark. Alle dieren verspreidden zich over de frisse aardbodem. O, en er was ook nog een regenboog. Blijkbaar was het toch weer aan het regenen, toen Noach het luik opende. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

41. de haat

36. de verhuizing

24. de landbouwtechniek