18. de herhalingen
Abraham was, voor een nomade, wel erg lang in het eikenbosje gebleven! Vlak voor zijn honderdste verjaardag verkaste hij naar het zuiden. Hij verbleef enige tijd bij de Filistijnen, waar koning Abimelech heerste. Misschien uit hebzucht, maar misschien ook omdat hij echt bang was, verviel Abraham tot zijn oude list. Opnieuw zei hij tegen Sara dat ze zich moest uitgeven voor zijn zus. Opnieuw liet de koning Sara ophalen, met de bedoeling om 'ns lekker van bil te gaan met deze ervaren vrouw. Opnieuw kwam het uit en opnieuw leverde het Abraham een enorme buit op, 'als genoegdoening'. 'Waarom heb je gelogen?' vroeg Abimelech. Abraham zei: 'maar ze is echt mijn zus! Sara en ik hebben dezelfde vader!' Ook incest is een familietrekje! Lots incest leverde twee kinderen op, hoe zou dat met Abraham gaan?
Kort daarop, toen ze negentig jaar was, baarde Sara haar eerste kind: Isaak. Ondanks het voorval met Abimelech wist Abraham zeker dat hij de vader was van zijn neefje Isaak. Een week na Sara's bevalling besneed Abraham het kind, zoals de gewoonte was.
Spottend lachen kon je in deze familie beter niet doen. Ismaël, Abrahams oudste zoon, deed dat op de dag dat de kleine Isaak de borst werd ontnomen. 'Weg met die jongen en zijn moeder!' riep Sara opnieuw. Abraham zag dat hij weinig keus had en stemde toe. Hij gaf zijn bijslaap en zijn zoon brood en water mee. Daar trok Hagar opnieuw met haar kind de woestijn in. Opnieuw liep het bijna verkeerd af, maar zoals gezegd: alles kwam goed.
Reacties
Een reactie posten